Header image Baltische staten


Phillip de Graaff
  HOME ::
   
 
Baltische staten

 
       

 

 

Cruise Baltische staten 4


Na een dagje op zee zijn we nu aangekomen in Estland, dat nog voor 50% uit bos bestaat. Het is pas vanaf 1918 een zelfstandige staat met Tallinn als hoofdstad. Estland is vooraanstaand op digitaal gebied; het skypen werd hier uitgevonden. Tallinn is ook de oudste stad van Noord-Europa en dateert al uit de 12e eeuw. De oude stad is ook een van de best bewaarde. Een groot deel daarvan werd gebouwd toen het een hoofdrol speelde in het netwerk van Hanzesteden. Die hoofdrol hebben ze van de 13e tot de 15e eeuw weten vast te houden.

Het oude centrum heet Toompea, de Domberg. Het is een omhooglopend stadsdeel met wegen en slingerende steegjes van kinderkopkeitjes, gelardeerd met torentjes, spitsen en koepels. Dit werelderfgoed bestaat uit een bovenstad en een onderstad. Het verstandigste is om bij de uppertown te beginnen en zo naar beneden naar de lowertown te wandelen. Dat het een oude vestingstadje is, merk je al meteen bij het binnenwandelen.

Het is lastig lopen op de kinderkopjes

Het oude centrum wordt gekenmerkt door prachtige gevels

Het geheel is omgeven door een oude stadsmuur met wachttorens die door de artillerie werden gebruikt. Deze torens zijn nog vrijwel intact. Een van de bekendste wachttorens is Kiek in de Kök. Tallinn was een Hanzestad was waar veel Duitse kooplui kwamen. Dat zie je terug in de naam van de wachttoren. Je kon vanuit het raam in de keukens van de omliggende huizen kijken, dat verklaart de naam.

Vanuit de wachttorens kon je in de ondergrondse tunnels komen waar vroeger de soldaten leefden.

Een deel van de stadsmuur met wachttorens

Is dit Kiek in de köl?

 

Torentjes en spitsen zie je overal om je heen

Kijk regelmatig omhoog en je wordt soms verrast

Vroeger was dit een kerkje

Nu zijn er winkeltjes en restaurants in gevestigd


In de straten vind je overigens veel restaurants en cafeetjes waar je heerlijk van je drankje of je maaltijd kunt genieten.

 

Even uitpuffen op een terrasje

Wij waren zo dom om in de benedenstad te beginnen


Natuurlijk is er ook een groot marktplein waar je uitkijkt op het oude stadhuis en waar een soort middeleeuwse markt was op dat moment. Je zag er natuurlijk ook de oude klederdrachten. Als je een bronzen knoop van het kostuum van een schoorsteenveger aanraakt, brengt dat geluk. Jammer genoeg zagen wij er geen.

Op het stadhuisplein is ooit een kok geëxecuteerd vanwege een bedorven omelet. In het midden kun je alle kerktorens zien en er zijn oude apotheken. Vergeet niet omhoog te kijken naar de mooie uithangborden.

Het stadhuisplein met het stadhuis

En natuurlijk de markt

Bij de kraampjes ook klederdracht

 Overal op het plein zie je mensen in klederdracht


Overal prachtige uithangborden

Boven op de Domberg staat de Alexander Nevski kathedraal, gebouwd tussen 1895 en 1900 en genoemd naar de heilige Alexander Nevski. Het is een Russisch-orthodoxe kathedraal, gered van de sloop door gebrek aan geld. In de jaren negentig van de twintigste eeuw is hij volledig gerestaureerd. Hij telt 11 klokken en een van de klokken weegt meer dan 15 ton.

Alexander Nevski kathedraal

En nu van dichtbij

 

 

Langs de hoge muren van Tallinn lopend, zagen we veel straatmuzikanten.
Het klonk allemaal niet onverdienstelijk.

Deze jongeman bespeelde wel een heel bijzonder instrument.


 

 


Onderweg zagen we nog de Sint-Olafkerk, vroeger het hoogste gebouw ter wereld. Nu valt hij bijna niet meer op. Het is nog wel het hoogste gebouw in Tallinn.


Vroeger was de 159 meter hoge toren een goed herkenningspunt voor de scheepvaart. Hij werd regelmatig door de bliksem getroffen.

 

 





Ons laatste bezoek gold de Domkerk of de kathedraal van de heilige Maria (St. Mary’s cathedral). Dit was vroeger een kerk voor de edelmannen.

Bij de deur van de kerk ligt de Don Quichotte van Estland begraven. Hij wilde daar begraven worden om zijn ziel op te schonen, het geen gebeurt door alle mensen die devoot langs hem heen lopen om te gaan bidden.

 

 



Daarna gingen we weer naar ons ‘huis’, de Prinsendam.